Vanmorgen ben ik naar Amsterdam gereden, met drie van mijn werken achterin de auto. Op weg naar de Van Gendthallen, om ze daar achter te laten voor een week. Over een week mag ik ze weer ophalen, om dan te horen of ze geselecteerd zijn voor de Zomerexpo tentoonstelling in Museum De Fundatie in Zwolle. De eerste selectieronde was digitaal, deze tweede ronde kent een vakjury en een publieksjury. Van de nu 1000 geselecteerde werken komen er straks 250 in het museum te hangen.
In 2011 werd de Zomerexpo voor het eerst georganiseerd. Ook twee selectierondes, maar alles analoog: met drie werken 's ochtends naar Museum Belvédère voor een eerste selectie en later op de dag een tweede. Alle drie mijn werken zijn toen gekozen en waren onderdeel van de tentoonstelling in Het Gemeentemuseum in Den Haag. Dat jaar werd het werk in genres onderverdeeld: stilleven, portret en landschap. Vanaf 2012 werd er met een thema gewerkt. Het waren thema's als Liefde, Aarde, Water; ik kon er niet zo veel mee met mijn werk. Ook het feit dat het eerste jaar alledrie mijn werken, het maximale mogelijke, waren geselecteerd, maakte mij wat terughoudend om me weer aan te melden. Een weinig stimulerend stemmetje in mijn hoofd klonk: 'Dat kan alleen maar minder worden'. Dat juk heb ik van me afgeschud. Het thema van dit jaar, Europa, sprak me aan en wat extra exposure voor mijn werk kan nooit kwaad. Het was ook heel aanlokkelijk om pas over mijn deelname te schrijven na volgende week, als de selectie bekend is. Maar mooi-weerstemmetjes zijn zó 2018.
Bij 'Europa' dacht ik direct aan wat we hier 'de vluchtelingenproblematiek' zijn gaan noemen. Twee werken die geschikt waren had ik al, een derde werk heb ik speciaal voor de Zomerexpo gemaakt: een schilderij waarop ik een ansichtkaart van een 17e-eeuws stilleven heb afgebeeld, met een pushpin in behang op een muur geprikt.
De maker van dit zogenaamde pronkstilleven is Jan Davidsz. de Heem. Museum Boijmans van Beuningen, die het schilderij 'Stilleven met ham, kreeft en vruchten' in haar bezit heeft, noemt Jan Davidsz. de Heem de uitvinder van het pronkstilleven: 'een type waarbij kostbaarheden en kostelijkheden op grootse wijze worden uitgestald. Het is weelde en overvloed wat de klok slaat. Al dit schoons en lekkers is ook extreem vergankelijk, maar daar wordt de kijker hier nauwelijks aan herinnerd.'
Dat laatste, die vergankelijkheid, vind ik aangaande dit thema zeer interessant.
De titel die ik mijn schilderij heb gegeven is 'Once in Europe'.
'Once in Europe', olieverf op paneel, 35 x 48 cm, 2019