Af en toe maak ik een werk in opdracht. De afgelopen weken heb ik gewerkt aan een schilderijtje van iemands Friese Stabij. Haar baasje had mij foto’s gestuurd, op basis waarvan ik aan de slag ben gegaan. Het was een verrassing voor haar partner. Vanochtend kwamen ze het schilderijtje in mijn atelier halen. De partner had inderdaad geen idee en was blij verrast. Het was een leuk bezoek.
De rest van de dag heb ik heel lekker staan schilderen. Met een fanatisme dat ik er een lamme arm van heb. Dat is echt niet altijd het geval, soms is het ploeteren. Ik heb vaker gemerkt dat het verkopen van een schilderij enorm motiverend werkt voor mij. Ik heb daarover nagedacht en het heeft niet zozeer met de financiële kant te maken, hoewel dat natuurlijk ook heel fijn is, begrijp me niet verkeerd. Het heeft te maken met het feit dat iemand mijn werk zó mooi vindt, dat hij het wil hebben en er iets voor over heeft. Complimenten zijn natuurlijk ook heel fijn om te krijgen, maar die zijn gratis om te geven (iets wat sommigen overigens best eens in de oren zouden mogen knopen.)
Een schilderij áanschaffen betekent dat je iets anders níet kan kopen. Nou zijn er natuurlijk mensen die een paar honderd of zelfs een paar duizend euro niet missen, maar voor de meesten zal dat toch niet gelden. Ik heb lang gedacht dat het voor het maken zelf helemaal niet uit zou moeten maken, dat verkopen. Dat je het altijd maakt voor jezelf. Omdat het gemaakt zou moeten worden. Omdat er innerlijke noodzaak is, dat soort grote woorden.
Maar dat blijkt dus genuanceerder te liggen.
Dus aan alle kunstkopers: bedankt. Jullie maken het op verschillende manieren mogelijk dat er kunst gemaakt wordt en gemaakt blijft worden.
Commentaires